Download engelse versie

Download Duitse versie

Algemene voorwaarden van de Nederlandse Jachtbouw Industrie (NJI)
voor overeenkomsten die betrekking hebben op winterberging en/of ligplaatsverhuur nader te noemen NJI VOORWAARDEN VOOR WINTERBERGING EN LIGPLAATSVERHUUR
gedeponeerd bij de Griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht op 29-4-2016 onder nummer 98/2016

Artikel 1: TOEPASSELIJKHEID EN BEGRIPPEN
1.1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op aanbiedingen, offertes, (ver)huurovereenkomsten en andere rechtsbe-trekkingen die verband houden met de (winter)-berging van vaartuigen en het verhuren van ligplaatsen voor vaartuigen. Deze voorwaarden mogen uitsluitend worden gebruikt door leden van de NJI.
1.2 Onder vaartuig wordt verstaan (onderdelen van) schepen en aanverwante zaken.
1.3 Onder (winter)berging wordt verstaan het tegen betaling ter beschikking stellen van een gedeelte van een terrein of overdekte ruimte waarop of waarin een vaartuig of aanverwante zaak gestald kan worden. Indien er sprake van het in en/of uit het water takelen, het schoonspuiten, het verplaatsen/ (intern)transport van het vaartuig, en/of het ontkoppelen en verwijderen van aan boord aanwezige gasflessen, dan valt dit tevens onder winter(berging).
1.4 Onder ligplaatsverhuur wordt verstaan het tegen betaling ter beschikking stellen van een ligplaats aan huurder.
1.5 Onder verhuurder wordt verstaan de ondernemer die de (winter-)berging of ligplaats ter beschikking stelt en/of met de huurder een overeenkomst tot (winter)berging of ligplaatsverhuur heeft gesloten.
1.6 Onder huurder wordt verstaan degene die met de verhuurder een overeenkomst tot winterberging of ligplaatsverhuur heeft gesloten en/of gebruik maakt van de ter beschikking gestelde ruimte of ligplaats.

Artikel 2: ALGEMENE VERPLICHTINGEN HUURDER
2.1 De huurder is verplicht het vaartuig allrisk dan wel WA casco verzekerd te laten zijn. Op eerste verzoek overhandigt de huurder een kopie van de desbetreffende polis(sen), de polisvoorwaarden en het betalingsbewijs van de verschuldigde premie(s).
2.2 Zonder voorafgaande toestemming van de verhuurder is het huurder niet toegestaan onderhoudswerkzaamheden of andere werkzaamheden aan het schip uit te voeren.
2.3 De huurder is, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder, niet bevoegd de lig- en of stallingsplaats onder te verhuren of in bruikleen te geven.
2.4 De huurder is verplicht zich te houden aan de aanwijzingen van de verhuurder, waaronder die uit het NJI HAVEN- EN WERFREGLEMENT, zoals aansluitend afgedrukt.

Artikel 3: AANSPRAKELIJKHEID
3.1 Behoudens schade als gevolg van grove schuld of opzet van de verhuurder of diens leidinggevende(n), sluit de verhuurder alle aansprakelijkheid uit voor eventuele schade, met uitzondering van schade die gedekt is door een (andere) verzekering van de verhuurder, voor zover deze in een voorkomend geval daadwerkelijk uitkering doet. Het bedrag dat aan huurder wordt uitgekeerd zal nooit het door de verzekeraar uitgekeerde bedrag overschrijden.
3.2 De huurder vrijwaart verhuurder voor aanspraken van derden, waaronder begrepen die van de (Rijks)overheid, inzake door huurder tijdens de contractsduur veroorzaakte milieuschade en/of verontreiniging. Verhuurder heeft het recht eventuele hiermee verband houdende schoonmaakkosten, boetes en dergelijke op de huurder te verhalen.
3.3 Bij verplaatsing van het vaartuig door verhuurder, wordt de huurder geacht de verhuurder daarvoor (ook namens de eigenaar, indien de huurder niet de eigenaar van het vaartuig is) uitdrukkelijk toestemming te hebben gegeven en geschiedt de verplaatsing voor risico van de huurder/ eigenaar.

Artikel 4: WERKZAAMHEDEN
Op de opdrachten en overeenkomsten tot uitvoering van werkzaamheden aan het vaartuig c.q. het doen van leveringen zijn de NJI-leveringsvoorwaarden (Algemene Aannemings-, Leverings- en Betalingsvoorwaarden van de Nederlandse Jachtbouw Industrie) van toepassing waarvan in dat geval een exemplaar aan het contract of deze voorwaarden is gehecht.

Artikel 5: DUUR VAN DE OVEREENKOMST
5.1 De huurovereenkomst eindigt zodra de overeengekomen duur is afgelopen en wordt niet geacht te zijn voortgezet, indien het vaartuig hierna nog in de (winter)berging of op de ligplaats aanwezig is. Bij het eindigen van de huurovereenkomst blijven de artikelen 2, 3 en 8 van deze voorwaarden echter gelden. Tenzij partijen anders met elkaar schriftelijk zijn overeengekomen, worden de vaartuigen wanneer de huur ondanks het einde van de overeenkomst feitelijk wordt voortgezet op kosten en voor risico van de huurder (elders) geborgen of gestald. Deze kosten kunnen afwijken van het tijdens de duur van de overeenkomst geldende huurtarief.
5.2 De verhuurder behoudt zich het recht voor het vaartuig te (doen) verkopen, voor het geval de huurder na herhaaldelijke aanmaning en vervolgens bij aangetekend schrijven in gebreke te zijn gesteld , verzuimt a) de verhuurder de bergings- of stallingskosten te voldoen en/of b) op verzoek van de verhuurder het vaartuig van het (haven)terrein van de verhuurder te verwijderen. Alle vorderingen op de huurder – inclusief de met de verkoop en eventuele verwijdering/afvoer van het vaartuig gemoeide kosten- mogen uit de verkoopopbrengst worden voldaan.

Artikel 6: BEEINDIGING
6.1 Uitsluitend indien de verhuurder met een daartoe strekkend verzoek van de huurder, coulancehalve en uitdrukkelijk instemt, kan de overeenkomst met wederzijds goedvinden worden beëindigd.
6.2 De verhuurder heeft in dat geval recht op vergoeding van alle vermogensschade zoals geleden verlies, gederfde winst en gemaakte kosten. Niettemin spant de verhuurder zich in de schade te beperken door op zoek te gaan naar een vervangende huurder voor de betreffende (winter)bergings- of ligplaats.
6.3 De verhuurder is, behalve als dit leidt tot storing in de rechten van de huurder, bevoegd om een onbezette lig- of stallingsplaats van de huurder voor de periode waarin die vrij is, aan anderen te verhuren.

Artikel 7: BETALINGSVOORWAARDEN
7.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is de huursom, danwel enig ander bedrag, bij vooruitbetaling verschuldigd.
7.2 Facturen dienen binnen 15 dagen betaald te worden. Bij niet-tijdige betaling is de huurder rente verschuldigd vanaf de vervaldag. De contractuele rente is gelijk aan de geldende wettelijke rente plus 5% op jaarbasis. Bij het berekenen van de rente wordt een gedeelte van de maand gezien als een volle maand.
7.3 Bij niet-tijdige betaling is huurder aan verhuurder buitengerechtelijke kosten verschuldigd. De kosten bedragen minimaal € 40.
7.4 De huurder heeft niet het recht om zijn vorderingen met de vorderingen van de verhuurder te verrekenen, tenzij er sprake is van faillissement van verhuurder of de gerechtelijke schuldsanering op verhuurder van toepassing is.

Artikel 8: RETENTIERECHT
8.1 De verhuurder heeft het recht van retentie. Indien de huurder enige verplichting niet nakomt heeft de verhuurder het recht om het vaartuig van de huurder onder zich te houden tot op het moment dat de huurder aan al zijn verplichtingen heeft voldaan.
8.2 Indien de huurder niet binnen een half jaar nadat verhuurder het recht van retentie heeft ingeroepen, aan al zijn verplichtingen heeft voldaan jegens verhuurder, is artikel 5.2 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9: RECHTS- EN FORUMKEUZE
9.1 Het Nederlands recht is van toepassing.
9.2 Alleen de Nederlandse burgerlijke rechter die bevoegd is in de vestigingsplaats van verhuurder neemt kennis van geschillen, tenzij dit in strijd is met het dwingend recht. Verhuurder mag van deze bevoegdheidsregel afwijken en de wettelijke bevoegdheidsregels hanteren.

NJI HAVEN- EN WERFREGLEMENT

Dit reglement geldt voor iedereen die zich op het haventerrein, bestaande uit de haven, de werf, de bijbehorende (parkeer-)terreinen en alle gebouwen op dit terrein, bevindt, om een optimale veiligheid voor mens, dier en milieu te waarborgen. Los van concrete aanwijzingen van de havenmeester/werfbaas dient u het volgende in acht te nemen:

I. RUST, ORDE EN VEILIGHEID
Tenzij hiervoor van de havenmeester/werfbaas uitdrukkelijke toestemming is verkregen, is het op de jachthaven/-werf, op straffe van een eventuele ontzegging van de toegang door de havenmeester/werfbaas, verboden om:
1. hinder te veroorzaken;
2. (huis-)dieren los te laten lopen;
3. motoren te laten draaien, anders dan om het vaartuig te verplaatsen;
4. een andere ligplaats te kiezen dan is aangewezen;
5. met gehesen zeilen of met een onveilige snelheid, dan wel te hard, te varen;
6. het vaartuig niet netjes af te meren of in onverzorgde staat te laten;
7. te barbecueën en/of open vuur te gebruiken;
8. eigendommen buiten het vaartuig onbeheerd achter te laten;
9. te zwemmen en te duiken;
10. in het gestalde vaartuig te overnachten, dan wel
het gestalde vaartuig als verblijfplaats te kiezen;
11. het vaartuig of de lig- of bergplaats tot voorwerp van commerciële activiteit te maken. Hier valt ook de verkoop dan wel aanprijzingen hiertoe van het vaartuig en/of toebehoren onder.

II. VERONTREINIGING
Op straffe van een ontzegging van de toegang door de havenmeester/werfbaas, of een vergoedingsplicht van de verwijderings-/schoonmaakkosten van de veroorzaakte verontreiniging, is het verboden om:
1. uit het boordtoilet afkomstige afvalstoffen in het water te lozen;
2. de jachthaven te verontreinigen met milieuverontreinigende stoffen, zoals olie, bilgewater, vet, huishoudelijk afval en uitwerpselen van dieren;
3. vaartuigen en auto's schoon te maken met drinkwater en/of niet biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen.

III. TIJDENS DE BERGING OF OP DE LIGPLAATS
Het is op straffe van een mogelijk weigering toegelaten te worden tot de jachthaven / jachtwerf, verboden om:
1. brandgevaarlijke werkzaamheden uit te voeren zoals lassen, slijpen, branden en werken met open vuur. Uitsluitend met schriftelijke toestemming van de havenmeester/werfbaas is het toegestaan gasflessen en losse brandstoftanks aan boord achter te laten;
2. steunen of stophout weg te nemen of te verplaatsen;
3. vluchtwegen, steigers en uitgangen te blokkeren;
4. te roken in de loodsen en/of gebouwen en ruimten op het haventerrein;
5. de (scheeps-)verwarming te gebruiken zonder direct toezicht;
6. accu's (in het vaartuig) op te laden zonder direct toezicht;
7. het vaartuig aangesloten te laten op walstroom zonder direct toezicht;
8. werkzaamheden aan in of op het vaartuig te (laten) verrichten, behoudens uitdrukkelijke toestemming van de havenmeester/werfbaas.
Voor de (winter)stalling geldt aanvullend: men mag aan boord geen lichtontvlambare stoffen zoals gas, benzine, petroleum en kerosine hebben en geen accu’s aangekoppeld laten. De hoeveelheid brandstof in de vaste brandstoftank ten behoeve van de hoofdaandrijving dient zo beperkt mogelijk te zijn.
De havenmeester / werfbaas heeft het recht de stroomvoorziening van de loodsen en/of werkplaatsen af te sluiten, de toegang tot bepaalde plaatsen te beperken en, indien nodig, het vaartuig te verplaatsen.

IV. AANSPRAKELIJKHEID
Behoudens grove schuld of opzet van de havenmeester/ werfbaas of diens leidinggevende(n), is de havenmeester/ werfbaas niet aansprakelijk voor enige schade.